Beperking telefoon/internet

Beperking telefoon/internet

KC22-052 18 december 2022

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klaagster]
Klachtnummer : KC22-052
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst klacht : 5 december 2022
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Hoorzitting : 12 december 2022
Datum uitspraak : 19 december 2022

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[XX] (klaagster)

[XX] (PVP)

[XX] (PVP i.o.)

 

[XX] (verweerder)

 

[XX] (voorzitter klachtencommissie)

[XX] (psychiater)  `

[XX] (verpleegkundige)

 

[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Zorgmachtiging

 

 

Klacht

Klaagster is het niet eens met de reden van inname van haar smartphone.

 

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 5 december 2022 een klacht ontvangen inzake beperking vrijheden als onderdeel van de verplichte zorg. Dezelfde dag zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting. Het verweer is op 9 december 2022 per mail naar partijen gezonden.    

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 12 december 2022. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de commissie betrokkenen uiterlijk op 19 december 2022 schriftelijk zal informeren over haar uitspraak.     

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht d.d. 05-12-2022;

-           Verweerschrift;

-           Onderzoeksverslag Centrum voor Consultatie en Expertise d.d. april 2019;

-           Signaleringsplan d.d. 20-07-2021;

-           Zorgkaar d.d. 06-11-2021;

-           Zorgplan d.d. 29-11-2021;

-           Bevindingen GD d.d. 07-12-2021;

-           Beschikking rechtbank zorgmachtiging d.d. 06-01-2022;

-           Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 27-07-2022;

-           Rapportage verpleegkundige periode 01-01-2022 t/m 03-12-2022;

-           Decursus periode 18-01-2022 t/m 07-12-2022.

 

 

Termijn

Het klaagschrift bevat een klacht over beperking van vrijheden, specifiek de inname van een smartphone, als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klacht heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 19 december 2022.

 

 

Feiten

Klaagster is een [leeftijd] vrouw bekend met een low-level borderline persoonlijkheidsstoornis en een zware impulsregulatie stoornis die tot uiting komt in ernstige agressieve en destructieve gedragingen. Ook is er sprake van een stoornis in middelengebruik. Klaagster kent een lange behandelgeschiedenis in de psychiatrie.

 

Op 6 januari 2022 is een zorgmachtiging afgegeven met een expiratiedatum op 6 januari 2023 waarbij beperking vrijheden onderdeel vormt van de verplichte zorg.

 

 

Standpunten van partijen

Klager vertelt ter zitting dat ze gezien had dat er een gratis cursus stoppen met roken werd aangeboden op social media. Ze heeft toen doosjes Nicotinel besteld met haar smartphone. Klaagster licht toe dat ze niet wist dat het opgestuurd zou worden. Ze had wel begrepen dat het kauwgom was. Toen de doos bezorgd werd heeft klaagster een doosje Nicotinel opgegeten omdat ze last had van gedachten. Daarna is haar telefoon in beslag genomen aldus klaagster. Klaagster is van mening dat alleen de inname van nicotinekauwgom onvoldoende reden is om haar telefoon in te nemen. Klaagster vult aan dat er vandaag ook pakjes voor haar bezorgd zijn en dat ze die onder toezicht geopend heeft. Toen de nicotinekauwgom bezorgd werd was er geen toezicht. Klaagster vindt dat het niet haar fout is dat het pakket toen niet gecontroleerd is. Bovendien staat in de informatiebrief niet vermeld dat het kopen van deze kauwgom een reden kan zijn voor inname van haar telefoon. Klaagster mist de smartphone omdat ze vaak spelletjes doet als klaagster onrustig is in haar hoofd. Ook vertelt ze dat ze als gevolg van dit incident afgeschaald is naar een slaapkamer zonder eigen douche en toilet.

 

PVP vult aan dat klaagster inmiddels al een half jaar haar smartphone moet missen. Klaagster kon soms stiekem gebruik maken van haar telefoon maar formeel heeft ze deze een half jaar moeten missen. PVP vraagt zich af hoe lang een consequentie van een straf kan duren. Wanneer mag klaagster het weer proberen? Al is het maar een uur per dag. PVP licht toe dat klaagster de sanctie begrijpt maar het niet eens is met de duur hiervan.

PVP merkt ten overvloede op dat alle verplichte zorg, opgenomen in de zorgmachtiging, is aangekruist in de 8.9-brief. De rechtbank heeft hierover uitgesproken dat alleen de verplichte zorg die daadwerkelijk aangezegd wordt aangekruist mag worden in de aanzeggingsbrief.

 

Verweerder beaamt dat de telefooninname inderdaad geruime tijd geleden is. Hetzelfde geldt voor andere vrijheden vult zij aan. Verweerder vindt dit ook heftige beslissingen maar baseert deze beslissing op het rapport van het Centrum voor Consultatie en Expertise waarin aangegeven wordt dat teruggeven van de autonomie van klaagster een grote valkuil is. Dit is eerder ook gebleken aldus verweerder. Dat rapport geeft ook aan dat er bij klaagster sprake is van een sociaal-emotionele leeftijd tussen 4 en 12 jaar.

Klaagster moet sterk begrensd worden in het gebruik van haar telefoon aldus verweerder. Zij vult aan dat een aantal keren is geprobeerd de telefoon terug te geven maar zonder positief resultaat. Klaagster had een enorme zucht naar amfetaminen. Zelfs via drinkflesjes wist klaagster nog aan amfetamine te komen aldus verweerder.

Ook vermoedden behandelaren soms dat klaagster de telefoon, ongeoorloofd, in gebruik had omdat er afwijkend gedrag waargenomen werd bij klaagster. Later bleek dit inderdaad het geval te zijn. Verweerder licht toe dat niet alle bestellingen gecontroleerd worden. In dit geval had klaagster zoveel nicotinekauwgom ingenomen dat ze in het ziekenhuis moest worden opgenomen. Tijdens het ongeoorloofd in bezit hebben van haar smartphone heeft klager ook geld opgenomen voor iemand die gokproblemen had.

 

Op een vraag van de commissie blijkt dat klaagster wel in het bezit is van een eenvoudige telefoon waarmee ze familie en vrienden kan bellen maar geen internettoegang heeft. Ook kan klaagster bij de Interne activiteitenbegeleiding gebruik maken van een computer waarop ze spelletjes kan doen.  

 

Tijdens de zitting licht klaagster toe dat een jongen haar zijn pinpas heeft gegeven zodat zij voor hem geld kon opnemen. Ze weet niet waarvoor het was. Klaagster vertelt dat ze jarenlang verslaafd is geweest aan speed. Ze werd dan vaak gesepareerd en moest veel vrijheden inleveren. Nu gaat het om langdurige inname van haar telefoon. Ze voelt dit alles als straf. Klaagster zou graag behandeld willen worden in plaats van alleen maar gestraft. Een paar maanden geleden was haar therapie toegezegd maar klaagster heeft er sindsdien niets meer over gehoord.

 

In de slotronde vult verweerder aan dat klaagster nu veel dagbesteding heeft en andere activiteiten met begeleiding. Zo krijgt ze laagdrempelig een stukje autonomie terug. In januari 2023 start er een nieuwe collega die de therapie met klaagster gaat oppakken. Verweerder is het daarom niet eens met klaagster dat er geen behandeling plaatsvindt. Ook het creëren van een zo rustig mogelijke leefomgeving moet als behandeling worden gezien, aldus verweerder.

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klacht is gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klaagster is een [leeftijd] bekend met een ernstige impulsstoornis, low level borderline persoonlijkheidsstoornis, stoornis in middelengebruik en een lage sociaal emotionele ontwikkelingsleeftijd (4 tot 12 jaar). Klaagster klaagt over de inname van haar mobiel (smartphone met internettoegang) op basis van een andere reden dan in de aanzeggingsbrief vermeld staat. In de 8.9-brief staat dat haar mobiel ingenomen wordt bij het dealen van verdovende middelen en nu is dit mobiel afgepakt omdat zij -gratis- een grote hoeveelheid nicotine kauwgom heeft besteld via Facebook. Klaagster werkt al een jaar mee aan alle controles, waaronder kamercontrole. Klaagster wordt rustig van het kijken van YouTube filmpjes op haar mobiel. Klaagster wil haar mobiel terug in eigen bezit en een schadevergoeding van 10 euro voor iedere dag dat zij haar mobiel moet missen. 

 

Verweerder vindt het onverantwoord om [klaagster] een smartphone in beheer te laten hebben. In het verleden heeft het in beheer hebben van haar smartphone vaak geleid tot drugsgerelateerde activiteiten en ongepast gebruik van social media. De huidige reden van inname van de smartphone was het dealen van Akineton, het in grote getalen inkopen van middelen waarmee een auto-intoxicatie is gedaan (Nicotinel). Dit valt onder het beperken van gebruik van middelen. Als gevolg van de overdosering Nicotinel is klaagster opgenomen in het ziekenhuis.  

 

Klaagster werkt onvoldoende mee aan de controles, waardoor inzet van verplichte zorg noodzakelijk wordt. Om het ernstig nadeel bij klaagster te beperken is de smartphone van klaagster voor lange tijd  ingenomen. Uit het dossier blijkt dat verweerder wel geprobeerd heeft om klaagster de regie terug te geven over haar telefoon, maar dat dit telkenmale geleid heeft tot ongewenste en schadelijke situaties. Ook is klaagster in het bezit van een telefoon waarmee ze kan bellen en dus contact kan onderhouden met familie en vrienden.

 

Wat betreft de formele aspecten van de verplichte zorg stelt de commissie vast dat deze voldoen aan de wettelijke vereisten die hiervoor zijn gesteld. De verplichte zorg is besproken en op schrift uitgereikt op 27 juli 2022.

 

De commissie constateert dat de verplichte zorg voldoet aan de proportionaliteit, doelmatigheid, subsidiariteit en veiligheid die de Wvggz vereist. De commissie kan de inhoudelijke overwegingen van verweerder als passend kwalificeren. Het ernstig nadeel van klaagster betreft haar ernstige agressie en destructieve gedragingen waardoor levensgevaar ontstaat. Klaagster vertoont suïcidaal gedrag door automutilatie, onvoldoende (weigeren) diabeteszorg en drugs bestellen via mobiel. Klaagster raakt ontregeld bij gebruik van haar mobiel en daarom is het noodzakelijk, proportioneel en veilig om het ernstig nadeel te bestrijden door inname van haar mobiel.  

 

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht ongegrond.

 

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten te [plaats], 19 december 2022

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[XX]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 5